In Nederland neemt het aantal rijders dat in een elektrische auto rijdt, snel toe en dat is ook wel logisch; vanuit de overheid wordt elektrisch rijden flink gestimuleerd. Dit doet men onder meer door het beschikbaar stellen van verschillende regelingen, zoals subsidies op aanschaf en een mindere bijtelling als een EV zakelijk wordt gereden. Daarnaast mogen er vanaf 2030 geen nieuwe auto’s op fossiele brandstof meer worden verkocht en worden in steeds meer steden milieuzones ingesteld, waar het voor bepaalde voertuigen verboden is om te rijden.
Elektrische voertuigen moeten worden opgeladen om te kunnen rijden en met de toename van het aantal EV’s stijgt dan ook de vraag naar (openbare) laadvoorzieningen explosief. Op dit moment (eind 2021) is Nederland wat betreft de openbare laadinfrastructuur nog een van de koplopers in Europa. Maar door de toenemende vraag kan er toch in de toekomst gemakkelijk een tekort aan laadpalen ontstaan.
Om tegemoet te komen aan de eigen doelen die de overheid zichzelf gesteld heeft, zet men hier flink in op de uitbreiding van het aantal openbare laadvoorzieningen in Nederland. Hiervoor zijn onder meer een aantal regels voor laadpalen bij bedrijfspanden vastgesteld.
De Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III)
Vanaf 2020 geldt de verplichting om, als een bedrijfspand (deels) verbouwd of nieuw gebouwd wordt, openbare laadpalen met een contactdoos van het type II (Mennekes) te plaatsen als het een gebouw betreft dat over meer dan tien parkeerplaatsen beschikt. Dezelfde verplichting geldt vanaf 2025 voor bestaande bedrijfspanden met meer dan twintig parkeerplaatsen. Dit is een Europese regeling die valt onder de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III), waarover je op de website van het RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) meer informatie vindt.
Subsidieregelingen
Het plaatsen van (meerdere) laadpalen bij een bedrijf, vraagt natuurlijk om een investering en die is niet voor iedereen even eenvoudig op te brengen. Vanwege het feit dat het plaatsen een verplichting kan zijn, zijn ook hiervoor diverse subsidieregelingen mogelijk. Zo zijn er de VAMIL (Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen) en de MIA (Milieu-Investeringsaftrek). Met de VAMIL is het mogelijk om tot 75 procent van de investeringskosten af te schrijven. Dit kan gedaan worden op een zelfgekozen tijdstip en dit levert zowel een liquiditeits- als een rentevoordeel op. Via de MIA is het in 2022 mogelijk een vast bedrag van € 2500,- per laadpaal af te trekken van de winst. Dit kan overigens alleen als de laadpaal of laadpalen op het eigen terrein van het bedrijf worden geplaatst. De MIA-code die hiervoor gebruikt wordt, is G3720.
Ben je geïnteresseerd in de aanschaf van (meerdere) laadpalen bij je bedrijf, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze laadexperts. Wij geven je een advies op-maat en kunnen je precies vertellen welke laadoplossingen het beste bij jouw bedrijf passen.
